Op 14 februari is het weer Aswoensdag, het begin van de veertigdaagse vastenperiode in de kerk als voorbereiding op het Paasfeest dat dit jaar op 1 april valt. Binnen de geloofsbeleving is deze vastenperiode een heel belangrijke tijd en het is goed als we in staat zijn om deze periode intens te vieren. Dat kan al beginnen met het carnaval, die feestelijke voorbereiding op Aswoensdag, die op sommige plaatsen uitbundig wordt gevierd. Juist na zo’n vrolijke viering is er ruimte voor meer ingetogenheid, versobering, niet alleen t.o.v. de voorafgaande feestperiode maar ook t.o.v. het normale dagelijkse leven.
Door de afnemende kerkelijke beleving in ons landje is het soms moeilijk om een goed antwoord te krijgen op de willekeurige vraag: wat betekent de vastentijd voor u? Niet iedereen is meer in staat om het juiste antwoord direct te vinden maar diegenen, die nog geregeld ter kerke gaan, zullen best wel weten wat het allemaal inhoudt. Nu worden we in de praktijk ook geconfronteerd met de vastentijd van onze moslimbroeders en –zusters, de Ramadan, die in de media steeds meer aandacht krijgt zodat meer mensen enige indruk hebben van de betekenis van vasten en de vorm en inhoud die aan dit vasten kan worden gegeven.
In onze Oudkatholieke Kerk, evenals in de Rooms katholieke en Protestantse kerken, zijn de vieringen afgestemd op een gelijkluidende liturgie, waardoor er veel overeenkomsten zijn en dat is niet vreemd. We vieren allemaal het lijden van onze Heer Jezus Christus en daarover bestaat geen misverstand, wel misschien over de uitwerking ervan. Het lijden en de verrijzenis zijn feesten die overal gevierd worden binnen de Christelijke kerken en mogelijke kleine verschillen blijven wat mij betref buiten de aandachtskring. Iedereen mag vinden wat hij zelf vindt, als we elkaar er maar niet om verketteren.
Het is goed om een beetje tot jezelf te komen in die vastentijd, om eens meer na te denken over het leven, zoals dat op je afkomt. Over jouw plaats in de samenleving en of die een beetje overeenkomt met de leefregel, die wij krijgen voorgeschoteld in de kerk en in de woorden van Jezus Christus, die we soms gebruiken als genoegdoening voor onszelf maar ook wel eens onoverdacht ter zijde schuiven als het ons eens niet helemaal uitkomt. Je wilt er dan even niet meer over nadenken maar als je dat wel zou doen dan moet je eigenlijk toegeven dat je er even naast zit en dat het misschien tijd wordt om tot inkeer te komen. Daar heb je dan veertig dagen de tijd voor, tot Pasen dan. Je houdt er alle tijd voor, altijd.
Het mooie is dat er in die vastentijd een lijn zit, die opgaat naar het Paasfeest, net zoals buiten in de natuur, waar de lente de winter verdrijft en als het dan eenmaal Pasen is, dan bloeit de Bollenstreek weer en is de Keukenhof ook alweer geopend. Van de inkeer tot de uitbloei en ook daar kunnen we een voorbeeld aan nemen. We gaan een goede en mooie tijd tegemoet.
Jan Sentveld