‘’ Hoewel Franciscus eeuwen geleden leefde, is hij ook voor deze tijd een groot voorbeeld’’
Na mijn bezoek aan pastoor Helen Gaasbeek die aan judo doet besloot ik het deze maand wat voorzichtiger aan te pakken. Onderweg naar mijn afspraak met Heleen Glazenburg zat het weer mij echter tegen. Door de straten in Haarlem Noord die zich speciaal voor mijn bezoek tot IJsbaan hadden omgetoverd moest ik oppassen mijn benen niet te breken. Aangekomen op het adres bel ik aan. Na een korte tijd wachten wordt de deur open gedaan en doet mij vermoeden dat ook Heleen over de ijsbaan is geweest. Het blijkt echter dat Heleen herstellende is van een operatie en daarom gaat ze niet zo snel.
We beginnen in de keuken om de koffie op te halen. Daar hangen een aantal gezellige foto’s aan de wand. Heleen vertelt me over haar man Marcel en de twee kinderen die zij hebben. Mirjam (25, receptionist) en Daniel (20, woont nog thuis en studeert elektrotechniek). Haar man werkt bij welzijnsorganisatie DOCK. Hoewel ze hem al kent sinds 1983 zijn ze pas in 1990 getrouwd. En nog altijd gelukkig samen.
Net als haar vader heeft Heleen ook theologie gestudeerd. Zij is hier na een paar jaar mee gestopt omdat er weinig mogelijkheden zijn in de RK kerk voor vrouwen.
Heleen is een doener. Dat heeft ze kunnen laten zien in haar banen in de gehandicaptenzorg en de thuiszorg. Hierin kan ze al haar energie kwijt.
De ouders van Heleen waren gereformeerd. Zo is ze ook gedoopt, maar haar ouders gingen al toen ze jong was te kerke in de Rooms Katholieke kerk. Voor haar ouders was de reden om deze stap te nemen de liturgie. Deze is in katholieke kerken veel sprekender.
Haar kerk is voor lange tijd de Groenmarkt kerk geweest. Daar heeft ze Erna Peijnenburg leren kennen als een van de pastores. Die sprak haar altijd aan. Zij geeft het Evangelie een menselijk gezicht. Een andere kijk dan de meeste pastores. Zo preekte Erna bijvoorbeeld dat het de vrouwen waren die het lege graf vonden en daarmee de eerste geloofsgetuigen van de Heer. Heleen vertelt dat de overweging op eerste Paasdag van Erna altijd indringend binnenkwam. Zij kon de levende Heer goed overbrengen.
Hoewel er een hoop mooie herinneringen liggen was er ook een gemis van het vieren van de Eucharistie. Er is al jaren geen vaste priester meer en dit wordt grotendeels ook opgevangen door goedwillende parochianen. De kwaliteit van de overwegingen was hierdoor wisselend.
Nadat Erna overgestapt naar de Oud Katholieke kerk is Heleen uit nieuwsgierigheid eens komen kijken. Ze was direct overtuigd: ‘Dit zoek ik wel!’ een traditionele mis, met een eigentijdse manier van verkondiging. Maar geen kerk die alleen bestaat uit wettische regels. Na 3 jaar in de parochie te hebben rond gekeken is ze op de 1e zondag van de advent in 2013 toegetreden tot onze kerk. Een beslissing waar ze geen spijt van heeft en die ze als heel positief ervaart.
Het mooie in onze kerk vindt ze de verscheidenheid aan mensen. Dat boeit, maar is niet altijd makkelijk. Het is een rijkdom dat we met elkaar kunnen worstelen over het geloof. De wereld is ook vol verschillende mensen. We kunnen dit oefenen in onze parochie door elkaar bij te sturen en een duwtje te geven wanneer nodig.
Naast onze kerk is Heleen al 30 jaar lid van een lekengroep van de Franciscaanse beweging. De groep telt zo’n 60 leden, waarvan 30 actief. Het is een oecumenisch samengestelde groep, vanuit verschillende kerken, katholiek en protestants gevormd. De oecumene hier gaat heel natuurlijk. De groep is zo bezig met het geloof, dat ze soms pas na jaren van iemand weten uit welke kerk ze komen.
Belangrijk voor Heleen (en de rest van deze groep) zijn de H. Franciscus en Clara. Zij zijn in het eigen leven een grote inspiratiebron door hun levenswijze. Deze groep is mooi naast het parochielieven. Heleen is 9 jaar lang bestuurslid geweest. Een lange tijd, vooral ook omdat het moeilijk was om opvolging te vinden. Nu heeft ze besloten iets in de eigen parochie te willen doen en kijkt ze mee bij het kerkbestuur of dat iets voor haar is.
Ik kom terug op Franciscus. Ik ben benieuwd wat Heleen me over hem kan vertellen.
Franciscus was een zoon van een rijke koopman. Had alles wat zijn hart begeert en zou de opvolger worden in de stoffen fabriek van zijn vader. Hij trok zich niets aan van God of gebod. Tot hij gevangen genomen geweest is door ontvoerders tijdens een oorlog in een buurstadje waarbij zijn vader hem moest vrijkopen. Fysiek heeft hij hier belemmeringen aan over gehouden en psychisch ook een grote duw gehad. Om rust te vinden begon hij aan een trektocht.
Op een van deze tochten kwam hij een vervallen kerk binnen en toen hij opkeek naar het Kruis hoorde hij van binnen een stem die zei: ‘’Herstel mijn kerk, zie je niet hoe mijn kerk in gevaar is’’. Franciscus bouwt deze kerk op, en andere volgen ook.
Hij staat dicht bij de natuur. Hij ziet de schepping als zijn broeders en zusters. Hij omschrijft de Moeder aarde en Broeder Zon. Niet om het geheel uit te buiten, maar om voorzichtig om te gaan met de schepping. Hij wordt daarom ook wel eens gezien als de milieu heilige.
Hij stelt zijn leven in dienst van het Evangelie, en krijgt hierbij mede broeders. De armoede staat centraal, ze leven van genade. De les die nog steeds actueel is om je los te maken van de materie. Dit houdt je van God af. Heleen besluit dat dit niet wil zeggen dat je niet van mooie spullen of een fijne vakantie mag genieten. Je moet het alles een eigen plek geven en het niet laten overheersen. Hoewel Franciscus eeuwen geleden leefde, is hij ook voor deze tijd een groot voorbeeld. Wij kunnen hem ook volgen door zijn kerk op te bouwen, misschien niet letterlijk maar door zelf als bouwstenen te fungeren.
Ik leg Heleen een aantal punten voor:
Welk kerkgebouw vind je het mooiste en waarom?
Na een lange twijfel noemt Heleen de Groenmarktkerk. De oude bouwstijl spreekt haar aan. Onze eigen kerk vond ze eerst wat kaal. Maar, zo omschrijft ze, wanneer je naar een kerk gaat ontdek je steeds meer mooie dingen in het gebouw. Je begint de kerk eigen te maken, zoals je dat thuis ook doet. Een kerk begin je ook mooi te vinden omdat je erbij hoort. Een protestantse kerk is voor Heleen te kaal. Dat is vaak alleen een zaal met stoelen. Als er wat te zien is kan het geloof ook gaan spreken. Dit is ook voor kinderen die naar de kerk gaan belangrijk.
Wat is je favoriete lied uit onze bundel?
Heleen kiest voor lied 771. Dit lied wordt ook gezongen in de Rooms Katholieke kerk, onder andere bij de doop van haar zoon Daniel. Wat haar aanspreekt is de menselijke ervaring van het geloof, het licht van de Heer ervaren als een mantel om je heen. Vooral de zin ‘’Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gedachten’’ spreekt Heleen aan. Het geloof hangt niet alleen van jezelf af. God komt je tegemoet, de woorden worden in je mond gelegd. Ze herkent zichzelf in wat er verwoord staat in het lied.
Sowieso is Heleen een liefhebber van liederen van Huub Oosterhuis. Hij weet de teksten knap te verwoorden zonder plat of ver weg te staan. Zijn teksten staan dicht tegen de Bijbel aan. Toch is er veel kritiek op Oosterhuis’ liederen. Deze kritiek is onterecht vindt Heleen. Dit komt vooral van mensen die de Bijbel niet kennen. Dat vindt ze dan ook positief aan het protestantisme. Die doen veel aan Bijbelstudie.
Geloven maakt blij?
Er komt een volmondig ja! uit. Natuurlijk niet altijd, een mens is ook niet altijd blij. Maar je voelt je gedragen in het leven door Hem die nabij is en het geeft een bepaalde zin aan het leven en verantwoordelijkheid. Het moet wel bij je passen. Bij Heleen past het, en ze is dankbaar dat ze dit van haar ouders heeft meegekregen. Je moet het je wel eigen maken.
Ze vindt het jammer dat haar kinderen er niets mee doen. Het is in deze tijd niet meer vanzelfsprekend. Het is moeilijk het geloof over te brengen. Toch wil ze haar kinderen niet dwingen, het moet een eigen keuze zijn.
We nemen afscheid van elkaar. Ik wil Heleen nogmaals ontzettend bedanken voor haar medewerking aan dit interview.