Vraag mensen naar wat christenen met Pinksteren vieren en de kans is heel groot dat zij het antwoord hierop schuldig moeten blijven.
Vraag hen wat liefde nou eigenlijk is, is het antwoord ongeveer gelijk. Er wordt hooguit wat gegist. Want hoe kun je met woorden het woordeloze vatten?
Pinksteren is het grote feest van de liefde.
Adem mijn adem, voel wat ik voel, en ik zal jou zijn… en je zult mij zijn vrij zijn…zo heet het ergens in een liedtekst.
Johannes schrijft in zijn evangelie dat Jezus toen hij stierf zijn geest gaf.
Wanneer Jezus na zijn verrijzenis aan de leerlingen verschijnt blaast hij over hen en zegt: “Ontvang de heilige Geest”.
Pinksteren gaat dus om het raadsel dat God de mensen zijn liefde verklaart. Hij blaast de relatie leven in en versiert daarbij de mensen met het mooiste juweel dat er is: het licht van de liefde.
Maar zo licht was het níet bij het begin van die eerste Pinksterdag. Het verhaal wortelt in een beklemmende sfeer van angst en onzekerheid.
Eigenlijk kon je het geen leven meer noemen, het bestaan van Jezus’ leerlingen op dat moment. Zij zijn bang ontdekt te worden, bang voor arrestatie en bang ook voor de dood. De storm die in hén woedt, manifesteert zich vervolgens in een geraas dat het hele huis waarin zij zich bevinden vervult. Vindt dit plaats in een woonhuis, of gaat het om de tempel, het huis van God?
Het verandert hen en brengt hen van donker naar licht.
De Pinksterstorm verwijst in zijn hevigheid naar de chaos die volgens het boek Genesis bij de schepping heerste, toen God uit de duisternis het licht tevoorschijn riep.
Het mag ons ook herinneren aan de angst die de Israëlieten voelden bij de berg Sinaï. Daar daalde God uit een wolk van bliksem en hemelvuur af om aan het volk de Wet – de tien geboden – te geven. “Ik geef je mijn Woord” als het ware: licht in de duisternis en weg ten leven.
En op de dag van Pinksteren zien we tongen van vuur die zich op de hoofden van de leerlingen neerzetten.
Zij die eerst als de dood waren ontvangen nu geestkracht en worden bezield met het Licht van het begin.
Dit is het Licht dat Mozes uitstraalde toen hij de Wet ontving – toen zijn kleren en zijn gelaat blinkend waren van wit licht toen hij in het leger van de Israëlieten terugkeerde – het Licht dat Jezus als geen ander door zijnoptreden en zijn woorden uitstraalde.
De leerlingen roepen het uit over de grote daden van God: daden van licht, leven en liefde.
De verzamelde mensen in Jeruzalem zijn verbijsterd, want iedereen verstaat het in de taal van zijn eigen geboortestreek. De taal dus van het begin van een ieder, de taal van kindheid en jeugd. En zelfs een kind kan het dus begrijpen. Het is een boodschap die binnenkomt in je hart en die je thuis brengt.
Het is als op de dag – iedereen heeft wel eens van die dagen – dat alles klopt en alles goed is. Zo’n moment van licht en zekerheid, dat aanvoelt als de dageraad van de eeuwigheid. Je hebt geen angst meer en kijkt vol vertrouwen naar de toekomst.
Je weet: Ik ga ervoor – wat er ook komen moge.
Dat is Pinksteren: vurige bezieling.
Maar het is natuurlijk moeilijk om vol te houden wanneer de twijfel knaagt.
Wanneer de wereld je voor gek verklaart omdat je trouw wilt blijven aan Gods droom van liefde.
Het is dan ook níet ter wille van de Wet – dat je altijd en in alles de geboden van God moet volgen – waarom bijvoorbeeld de apostel Paulus zo stevig tegen de uitingen van een zondig leven streed. De kern van zonde is immers dat door die zonde – doordat leven dat anders is dan God het voor zijn mensen heeft bedoeld – de band van liefde tussen God en de mensen beschadigd kan worden en dat het in de regel zeer zeker de band van mensen onderling schaadt.
De Geest die Jezus aan de leerlingen belooft te sturen is de Geest der Waarheid. Zij is dezelfde als het “Licht van het begin”, want zij zal ons leiden naar God, die liefde is.
Tegenover de liefde staat echter niet de haat maar de angst want het is de angst die ons hindert lief te hebben.
Adem mijn adem, adem je vrij zo zegt God in het Paradijs (Gen. 2, 7).
En in een psalm (104) kunnen we lezen:
Geef uw adem en uw schepsels worden herschapen.
En de psalmist vervolgt daarom:
Ik zing voor de Heer zolang ik besta. Mijn lied zal hem bevallen en ik vind vreugde in de Heer.
In die zin wens ik ons allen een goede en mooie zomer na Pinksteren!
Robert Frede, pastoor