Deze tekst van lied nummer 720 uit ons gezangboek heeft mij de laatste tijd wel een paar keer door het hoofd gespeeld en als je de tekst nog eens goed doorneemt, dan geeft dat toch een zekere rust. Waarom dan, zult u vragen, het is niet direct het vrolijkste lied dat we kennen. Wel, daar mijmer ik wel eens over, zeker nu ik naar de tachtig jaren loop en te maken krijg met wat gezondheidsproblemen, die niet zonder risico zijn. Ik ben werkzaam geweest in het oude en nu zeer gemiste bejaardenoord en daar met de bewoners geconfronteerd met het einde van het leven. Daar gaat iedereen anders mee om en toch komt het allemaal op hetzelfde neer. Als je eenmaal tachtig bent, heb je een lange geschiedenis en een toekomst, die zeer onzeker is. Ik zei wel eens: om morgenavond te halen hebben we allemaal evenveel kans, alleen, ik heb misschien meer herkansingen. Nu is dat eerste nog steeds waar maar dat laatste is nu ook voor mij zeer onzeker.
Toch, beste mensen, ben ik niet onzeker over die toekomst. Ik heb er een vast vertrouwen in dat het dan ook allemaal goed zal zijn. Hoe, dat weet ik niet, goed zeker en ik laat mij graag verrassen, al kan ik geduldig nog wel even wachten. Dat doen we dan ook maar. De tekst van het lied, helpt je daar wel bij al wil ik die laatste zin even aanpassen want: “waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met mijn ogen open, naar het onbekende land”. Ik wil niets missen van die schoonheid.
Deze tekst van lied nummer 720 uit ons gezangboek heeft mij de laatste tijd wel een paar keer door het hoofd gespeeld en als je de tekst nog eens goed doorneemt, dan geeft dat toch een zekere rust. Waarom dan, zult u vragen, het is niet direct het vrolijkste lied dat we kennen. Wel, daar mijmer ik wel eens over, zeker nu ik naar de tachtig jaren loop en te maken krijg met wat gezondheidsproblemen die niet zonder risico zijn. Ik ben werkzaam geweest in het oude en nu zeer gemiste bejaardenoord en ben daar met de bewoners geconfronteerd met het einde van het leven. Daar gaat iedereen anders mee om en toch komt het allemaal op hetzelfde neer. Als je eenmaal tachtig bent, heb je een lange geschiedenis achter de rug en een toekomst, die zeer onzeker is. Ik zei wel eens: om morgenavond te halen hebben we allemaal evenveel kans, alleen, ik heb misschien meer herkansingen. Nu is dat eerste nog steeds waar maar dat laatste is nu ook voor mij zeer onzeker.
Toch, beste mensen, ben ik niet onzeker over die toekomst. Ik heb er een vast vertrouwen in dat het dan ook allemaal goed zal zijn. Hoe, dat weet ik niet, goed zeker en ik laat mij graag verrassen, al kan ik geduldig nog wel even wachten. Dat doen we dan ook maar. De tekst van het lied, helpt je daar wel bij al wil ik die laatste zin even aanpassen want: “waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met mijn ogen open, naar het onbekende land”. Ik wil niets missen van die schoonheid.
Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand,
moedig sla ik dus de ogen, naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen; Vader wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen met een rustig kalme moed!
Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!
Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand’len dat alleen de weg niet vindt:
Neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind.
Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand,
Loop ik met mijn ogen open, naar het onbekende land.
Met dank aan Jacqueline E. van der Waals voor de tekst (sorry voor die kleine wijziging) en John Zundel voor de melodie.
Jan Sentveld