Het is herfst en het laatste kwartaal van 2020 staat voor de deur. Als de oogst nog niet binnen is zal nu toch snel gehandeld moeten worden, anders is het echt te laat. Ik weet wel, het hangt er maar van af wat je teelt. Het ene product wordt sneller geoogst dan het andere maar over het algemeen worden in deze tijd de oogstfeesten gehouden. Feesten om te vieren dat de arbeid vruchten heeft afgeworpen en dat de schuren gevuld zijn om de mensen te voeden in de barre winter die voor ons ligt en in het jaar dat volgt, tot de volgende oogst. Reden voor vreugde dus want de oogst is binnen.
Nu is deze vreugde voor de oogst wel voorbehouden aan die mensen die in die bedrijfstak werkzaam zijn. De meesten merken de oogst alleen aan het rijke aanbod van producten als die vers in de winkel liggen en dan zo lang het aanbod duurt. Om maar een voorbeeld te noemen: verse asperges zijn niet meer verkrijgbaar, het is St. Jan geweest. Toch is voor iedereen de zomer voorbij en wij gaan ons allemaal voorbereiden op het winterseizoen, dat weer heel andere aandacht vraagt.
Oogsten in vreugde? Deden we dat eigenlijk wel een beetje? Kunnen we een beetje tevreden terugkijken op dat jaar 2020? Wat heeft het ons opgeleverd?
Als je die vraag werkelijk wilt beantwoorden dan komen er toch wel wat zaken naar boven. Hoe moet je dat nu bezien? Als dit jaar ons iets heeft opgeleverd dan is dat wel Covid-19, het Corona-virus met alle gevolgen van dien en met alle onmogelijkheden die het ons heeft opgeleverd. Het aantal besmettingen loopt weer op, al blijft het aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen gelukkig aan de lage kant, maar hoe lang nog? De kerkdiensten hebben lang stil gelegen en nu we weer draaien, mogen we niet meezingen, is er geen koor meer maar doen we het met een cantor of cantrix. Prima maar het blijft toch behelpen, vind ik dan. Ik kijk uit naar het moment waarop we weer allemaal uit volle borst kunnen meezingen in koor.
Wat we nog niet weten is hoe het verder zal gaan met dit virus. Toch zal dit bepalend zijn voor de wijze waarop wij straks kunnen terugkijken. Bepalend ook voor de vreugde waarmee wij dit jaar zullen oogsten en zullen bijschrijven in onze boeken. Ik stel vast dat er toch veel verloren is gegaan, dat we veel dingen niet meer doen die vroeger gewoon waren en die de kwaliteit van ons leven bepaalden. De intimiteit van onze ontmoetingen is verschraald door die anderhalve meter en het ongebruik van het handen schudden. Die klop op je schouder waardoor je weer even voelt dat je gewaardeerd wordt. Ik was mijn handen vele malen maar niet in onschuld, ik voel dat ik tekort schiet in de contacten met mijn medemensen, die ook allemaal op afstand blijven. De Corona-regels geven me weinig ruimte. Veel mensen blijven daardoor alleen zitten.
Oogsten ja, maar die vreugde, die moet nog komen.
Jan Sentveld